Door Mensje van Keulen
Varen op het Land!
Het is alsof ik in een boot lig. Ik denk aan het passagiersschip waar ik ooit een paar maanden een winkeltje in belastingvrije artikelen bestierde. Ik had een eigen ut, lag in een krap bed, er was geen raam, zelfs geen kajuitpoort. Dan is het hier in de caravan toch wat anders. Geen lucht van stookolie, geen gebrom van motoren in de machinekamer, geen deinende vloer bij stormweer en schoenen die over de vloer schuiven. En er zijn wel zes, zeven ramen die allemaal open kunnen en waar een hor voorgetrokken kan worden zodat de muggen buiten blijven.
Het is de eerste keer dat ik in een caravan overnacht, ik weet zelfs niets af van kamperen. Mijn enige ervaring op een camping was een weekend in de tent van de buren, toen ik een jaar of acht was. Ik herinner me vooral de regen, modderige kaplaarzen, een buurvrouw die ons naar een keet stuurde waar je kon dammen en sjoelen.
Het oppervlak is geringer dan mijn slaapkamer, maar al die vernuftige, rond afgewerkte kastjes bieden verrassend veel bergruimte, en dan zijn er nog een keukentje, wc, wastafel, tafel, zitbanken, lichtpunten overal, zelfs boven mijn hoofd zit een leeslampje. Ik laat het uit, ik luister, maar er is niets dan stilte. Tot ik een paar uur later wakker word van de eerste vogels. Vroeg voor mijn doen sta ik op een loop de grazige dijk op. Ik zou er wel willen blijven zitten, wat lezen, over het Heegermeer uitkijken. Maar er wachten fietsen en al zijn mijn man en ik oude stadskinderen, we zijn nieuwsgierig naar de toch door de gemeente Wymbritseradiel. Ik vraag me af of ik het hele eind zal volhouden en of het niet saai zal zijn, maar dat idee wordt meteen gelogenstraft als een boer ons voor een euro op zijn pontje overzet. Bloeiende bermen, tapijten van boterbloemen, vogels, kwakende kikkers, paarden met hun veulens, het riet, de ruimte, het vele water, wat een geweldig landschap. Het enige minpunt is de ontdekking dat zoveel koeien op stal blijven staan. Kom, boeren van Friesland, wees aardig en menswaardig en laat je koeien weer naar hun aard buiten grazen en dartelen op je prachtige land!
Soms, als de weg niet langs water voert, zie je de masten van zeilboten door het land glijden. Het geeft me een gevoel of ik zelf vaar, te meer omdat ik niet, zoals in de stad, telkens moet remmen en stoppen maar in gestaag tempo door kan blijven fietsen.
Aan het eind van de middag blijkt dat we zo’n 40 kilometer erop hebben zitten. Allemachtig, dat heb ik nooit eerder voor elkaar gekregen.
“Mooier dan Frankrijk,” heb ik mijn man tijdens het fietsen horen verzuchten. Evenzogoed buigen we ons ’s avonds met smaak over het Frans/Mediterrane menu van kok Marco. De kommetjes waarin het dessert wordt opgediend, doen denken aan bolstaande zeilen. Ik kijk om me heen en zie meer gasten achter zo’n wit kommetje. En plotseling schiet me een woord te binnen dat je nooit meer hoort, hoewel het zo mooi is: spelevaren.
Geschreven op juni 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten